Het is belangrijk dat iedere professional zijn of haar masker goed gebruikt en dat deze ook naar behoren past en dus ook beschermd. Daarom is ons eigen personeel opgeleid om deze fittesten zelf te kunnen uitvoeren. Wij maken gebruik van de nieuwste en best bestaande apparatuur, de Quantifit en fittester 3000. De Quantifit en zijn voorganger de fittester 3000 is een hoog gespecialiseerd instrument die de wetenschappelijk bewezen CNP (Controlled Negative Pressure) benut om direct eventuele lekkage van uw en onze maskers op te sporen.
Fittesten
Een hele tijd geleden is besloten, dat de Europese CE normering voor PBM’s en de (afwijkende!) tegenhanger uit Amerika (NIOSH) in elkaar geschoven gaan worden tot één nieuwe wereldwijde ISO-norm. Eigenlijk logisch, want fabrikanten hebben te maken met twee productranges voor dezelfde aangeboden bescherming en multinationals kunnen niet wereldwijd dezelfde regels voorschrijven. Deze operatie heeft nogal wat gevolgen. Niet alleen voor de producenten, maar denk ook eens aan de keuringsinstanties. Die moeten zich voorbereiden op een grote verandering in de uit te voeren testen. In principe zullen alle PBM’s opnieuw (en anders) gekeurd moeten worden.
In de huidige CE-normering staat geen Fittest voorgeschreven. In de UK is additionele wetgeving van toepassing, waardoor daar een Fittest verplicht is. In het voorliggende concept voor de nieuwe wereldwijde ISO-norm staat de Fittest zoals die verplicht is in de UK (Engeland). Zie daarvoor www.Fit2Fit.org Belangrijk om te weten is, dat ze daar de kwaliteit hebben geregeld door de mensen die de testen afnemen daarvoor specifiek op te leiden en te certificeren. Die opleiding en certificering is onafhankelijk opgezet en is onafhankelijk van de testmethode zelf. Hoe je per merk/type testapparaat de test precies moet uitvoeren is voornamelijk een zaak van de leveranciers.
De laatste tijd is de Fittest in PBM- Nederland een zgn. Trending Topic. Niet alleen binnen de kring van Ademhalingsprofessionals, maar ook in sectoren zoals de Asbestverwijdering (oa VVTB) en de Industriële Schoonmaak (oa SIR).
Adembescherming fittesten zijn vandaag de dag verplicht in de asbestverwijdering echter er zijn nog veel onduidelijkheden. Wat moet wel en wat moet niet?
Als adembeschermingsmiddelen lekken, bieden ze minder bescherming. Dat lijkt een open deur, maar het is een ‘zwakke plek’ bij het niet correct gebruiken van o.a. snuitjes, half- of volgelaatsmaskers. Meer dan eens zijn gebruikers van halfgelaatsmaskers getooid met ‘strepen’ langs de neus, dit is een teken dat er lucht langs het masker lekt. Zelfs het meest effectieve masker presteert nauwelijks als een aanzienlijk deel van de lucht tussen
masker en gezicht door lekt. Door fittesten wordt bij de individuele gebruiker getest of met het gebruikte gelaatsstuk een goede afdichting wordt bereikt.
De vorm van het gelaat, al te beginnen bij etnische afkomst, de vorm van neus en kaaklijn, de grootte van het gezicht en littekens of huidplooien zijn factoren die bepalen of een masker past. Uiteraard gebruikt de drager alleen zijn eigen type masker, zodat tijdens de fittest wordt vastgesteld of het voldoende afdicht. Deze test is de enige manier om dat zeker te weten, en dan nog blijft het een momentopname waarbij factoren als bijvoorbeeld veranderende persoonlijke gelaatskenmerken of het niet correct gebruiken en onderhouden van het gelaatsstuk een verstorend effect hebben
Omdat elk merk, elk model/type en elke maat niet precies gelijk zijn, zou een gebruiker van adembeschermingsmiddelen elke keer als hij een ander merk, model/type of maat draagt een fittest moeten ondergaan. Ook gewichtsschommelingen of veranderingen/aanpassingen aan iemands gelaat of gebit hebben invloed op de pasvorm van het masker. Als deze schommelingen of veranderingen zich voordoen, is het verstandig een fittest af te nemen. In alle andere gevallen is het aan te raden minimaal één keer per jaar een fittest af te nemen. In asbestland is een jaarlijkse fittest zelfs verplicht.
Verschillende modellen maskers
Fittesten zijn op twee manieren uit te voeren: kwalitatief of kwantitatief. Tijdens de kwalitatieve test van de portacount fittester moet de gebruiker met zijn masker een transparante hoofdkap dragen. Binnen die kap wordt een ongevaarlijke geur- of smaakstof (soms een licht irriterende stof) ingebracht. Lekkage verraadt zich door een reuk- of smaakwaarneming. Voor de kwantitatieve methode is een testapparaat nodig, aangesloten op het masker waarbij de hoeveelheid aanwezige
partikels in de omgevingslucht in verhouding tot die in het masker worden geteld. De quantifit werkt met onderdruk en meet de hoeveelheid lucht wat uit het masker lekt. Het masker wordt op onderdruk gebracht, waarna dus gekeken wordt hoeveel het masker lekt op het gelaat. Om de uiteindelijke fit-factor van het gelaatsstuk te bepalen. Tijdens de circa tien minuten durende test dient de gebruiker enkele oefeningen uit te voeren, waardoor ‘werkbewegingen’ worden nagebootst. Ook het spreken hoort daarbij.